(als je met je muis over een plaatje gaat zie je wat voor onderschrift erbij hoort)

 

Ik ben Renske uit Kibbelgaarn. En wat ik je nu vertel... Mondje dicht.
Ik ben er zelf bij geweest en liegen doe ik niet. Hier op Kibbelgaarn zijn vreselijke dingen gebeurd. Een week geleden zei pa: 'Renske, bij de schapen blijven. De kant van Pekela op is het allemaal plas en dras. Ze kunnen er zo maar wegzakken.'

Ik ben met de schaapjes op weg. Ben ik het huis van Klaas en Kris bij de natte bulten net voorbij of ik zie wat bewegen. Beide broers zijn bij de veenplas druk in de weer. Terwijl mijn schaapjes rustig grazen, halen ze iets uit de sjompigheid omhoog. Ik erheen. Mijn ogen rollen zowat uit mijn hoofd. Een mens!!! Een mens van leer!!! 'Dat is er eentje voor Isaak Mozes,' zegt Klaas. 'Eerst even drogen en dan snijden en vermalen. Die levert meer op dan twintig hazen bij elkaar.' Kris wrijft zich in de handen. 'Ik zal Isaak alvast waarschuwen.' Klaas pakt de 'koare' en beiden leggen de druipende vondst er op. Dan brengt Klaas de man van leer naar de schuur.

Die dag heb ik mijn hoofd niet bij de schapen. Ik ben blij dat ik ze allemaal nog bij me heb als ik op huis aan ga. Het is al wat schemerig. Plotseling blijven de schapen staan. Het blèren houdt in één keer op. Boven de veenplas zweeft een man... Een man van leer...

Vondsten in het Veen

Kibbelgaarn ligt tussen Meeden en de Zuidwending. Het gehucht is altijd klein gebleven en zou zijn naam te danken hebben aan het getwist (gekibbel) over een stuk grond (gaarn). In 1791 was het een ruige uithoek in het veen. Er woonden een paar boerenfamilies die voor eigen gebruik turf staken, vee weidden, boekweit verbouwden, bijen hielden en strikken zetten om hazen en ander wild in te vangen.

In 1791 is er een veenlijk uit het water gehaald. Het bleek het lichaam van een man die er meer dan duizend jaar gelegen moest hebben. Een offer aan de goden? Een slachtoffer van een misdaad? Een ongelukkige die in de natte wereld verdwaald en verdronken was?
Niet alleen in Kibbelgaarn zijn er lijken in het veen gevonden. Doordat het water ze van de lucht afsloot vergingen ze niet, maar verdroogden tot mummies. Zwarte mummies die wel van leer leken. Er waren mensen die dachten dat er geheimzinnige krachten in de uitgedroogde lichamen verborgen zaten. Die zouden zieke mensen kunnen genezen. Handelaren als Isaak Moses deden de vermalen resten in potjes en doosjes. Mumia noemden ze die. Er zou levenskracht in zitten. Ze verkochten haar op kermissen en markten of aan apothekers en marskramers. Er was altijd vraag naar zulke wondermiddelen.

Of Renske de man van leer wel echt boven de veenplas heeft zien zweven? Veen en geheimzinnigheid hoorden nu eenmaal bij elkaar. Vooral in afgelegen streken kon het er vreemd toegaan. Ook Kibbelgaarn lag in 1791 eenzaam in het ruwe veen. Moerasland, waarin je op moest passen om er niet in weg te zakken. Een verraderlijk gebied, op de grens van de bewoonde en onbewoonde wereld. Daar huisden vreemde wezens als de witte wieven, doorzichtige vrouwspersonen, die van veenplas naar veenplas zweefden.

Van alle veenlijken is het meisje van Yde het bekendst geworden. Dat we over haar zoveel meer weten dan van de man van leer in Kibbelgaarn heeft er alles mee te maken dat ze later gevonden is.
Het veen in Oost- Groningen is eerder aan snee gekomen dan het Drentse veen. Aan vondsten werd eerst niet veel aandacht gegeven. Maar de turf in Drenthe is vooral in de negentiende eeuw gegraven. Vooral tegen 1900 moest elk veenlijk dat gevonden werd, gemeld worden. Dan kon er verder onderzoek naar worden gedaan. Met het meisje van Yde, dat in het Noord-Drentse veen ligt, is dat heel uitvoerig gebeurd. Het was duidelijk te zien dat ze gewurgd was. Met een wollen bandje en een schuifknoop dat stevig aangetrokken was, is ze vermoord. Haar hoofd was kaalgeschoren en boven haar linker sleutelbeen was de snee van een mes te zien. Naast haar lichaam lag een jakje. Toen arbeiders haar in 1897 in een dichtgegroeid vennetje vonden, dachten ze eerst dat ze een aap was. Maar dat kwam hen toch wel erg raar voor. Ze werden hoe langer hoe banger en meenden tenslotte dat ze de duivel zelf uit het moeras hadden gehaald. Daar sliepen ze slecht van, maar anderen overtuigden hen ervan dat dit niet waar kon zijn. Beter was het om uit te zoeken wie er de laatste tijd vermoord was. Maar in de buurt van Yde was er in geen jaren van moord en doodslag sprake geweest. Tot geleerden ervan overtuigd raakten dat het meisje niet rond 1900, maar al aan het begin van de jaartelling zo gruwelijk was omgebracht en in het veenpoeltje gesmeten. Waarom? Geofferd aan de goden, ver van de bewoonde wereld? Of als een crimineel in het ruige onland achtergelaten? Velen denken dat ze een offer aan de goden is geweest. Het moeras straalde het kwade uit. Hier huisden de krachten van het boze. Om die tevreden te stellen vermoordden ze ongelukkige slachtoffers en lieten die in het veen achter. Tussen 1987 en 1994 is het meisje met de modernste methoden nog weer onderzocht en haar gezicht zelfs zo goed mogelijk nagemaakt. Wetenschappers berekenden dat ze tussen 50 jaar voor en 50 jaar na het begin van de jaartelling geleefd moet hebben. Door een vergroeiing van de ruggengraat liep ze een beetje krom. Of dat de reden is geweest dat zij werd uitgezocht als mensenoffer ?

Het Meisje van Yde is nu een van de trekpleisters van het Drents Museum in Assen. Daar liggen nog meer veenlijken. In de gemeente Veendam is van de Man van Leer uit Kibbelgaarn alleen maar het wonderlijke verhaal bekend gebleven dat hij is vermalen en als geneesmiddel verkocht. Wie weet heeft hij veel zieken van hun kwalen afgeholpen.


KLIK HIER OM TE ZIEN WAAR DIT VERHAAL ZICH HEEFT AFGESPEELD
KLIK HIER OM DIRECT NAAR DEEL 17 TE GAAN: 
Koning aardappel regeert, 1800